In een circulaire economie worden tal van strategieën toegepast om materialen en producten zo hoogwaardig mogelijk te blijven inzetten in de economie. Ze worden hersteld, hebben een hoge tweedehandswaarde, zijn upgradebaar, kunnen makkelijk uit elkaar gehaald worden en omgevormd worden tot nieuwe producten. De gekozen materialen zijn bij de geboorte gerecycleerd of biogebaseerd, en bij het levenseinde recycleerbaar of afbreekbaar.    Op deze manier kunnen we halt roepen aan de verdere uitputting en vervuiling van onze planeet.

De circulaire economie wil alles wat van waarde is, waardevol houden. Er mag niets verloren gaan. Een wasmachine, bijvoorbeeld, zal in een circulaire economie ten eerste langer meegaan. Gaat hij toch stuk, of voldoet hij niet meer aan de standaarden, dan zal hij eerst hersteld worden, of een upgrade krijgen. Misschien wordt hij nadien opnieuw verkocht. Als dat niet meer kan, zullen uit de herbruikbare onderdelen nieuwe machines worden gemaakt. Als ook dat niet meer kan, worden de materialen van de machines gerecycleerd tot nieuwe materialen. Afval wordt dan grondstof. De circulaire economie heeft daarbij maatwerk nodig: soms is recyclage de beste optie, soms herstel.

 

Waarom hebben we een circulaire economie nodig?

1. Grondstoffen zijn niet oneindig

In de komende decennia zal de wereldwijde middenklasse naar verwachting met drie miljard mensen aangroeien. De vraag naar grondstoffen zal dus blijven stijgen op een moment dat nieuwe bronnen vinden en ontginnen steeds moeilijker wordt. Het directe gevolg is dat grondstofprijzen momenteel sterk fluctueren. Op lange termijn worden sommige cruciale, ruwe grondstoffen wellicht echt schaars en duur.

2. Onze open economie is grondstof-gevoelig

Vlaamse maakbedrijven zijn sterk afhankelijk van de invoer van grondstoffen. Ze maken tot 40% van hun productiekosten uit. De beschikbaarheid van grondstoffen kan snel omslaan, door veranderingen in handelsstromen of wijzigingen in handelsbeleid. De Europese Commissie breidt haar lijstje met kritieke grondstoffen (economisch belangrijk, maar qua bevoorrading moeilijk) bij elke herziening uit. Inmiddels staan er 27 materialen ‘in het rood’.

3. Materialen en klimaat

De milieu-impact van steeds dieper en verder graven naar steeds meer verse grondstoffen is enorm. Ook zijn materialen en energie twee zijden van dezelfde medaille: materialen ontginnen, transporteren en er goederen van maken heeft een hoge energiekost die zich vertaalt in CO2-uitstoot. Ruim 2/3 van het bruto binnenlands energieverbruik in Vlaanderen kan toegekend worden aan materiaalgerelateerde activiteiten (productie, transport, afval, voeding).

4. Kans voor innovatie en nieuwe economische activiteiten

Vlaanderen staat nu al aan de top als het gaat om het sluiten van de materiaalkringlopen. Die koppositie kunnen we verzilveren door verder te innoveren in de circulaire economie: we kunnen onze oplossingen en opgedane kennis opschalen in binnen- en buitenland. Voor ondernemingen de transformatie naar industrie 4.0 ook nauw verbonden met de evolutie richting een circulaire economie.

5. Kansen voor nieuwe jobs

Een circulaire economie heeft nood aan een nieuw palet aan kennis en kunde. Er ontstaan nieuwe kansen voor ambachtslui, makers, herstellers, sorteerders, assembleurs, herbestemmers, recycleurs, transporteurs, creatieve ontwerpers, platformontwikkelaars, enzovoort.

Bron en meer info: www.vlaanderen-circulair.be

 

Wil jij in je bedrijf of organisatie meewerken aan deze transitie naar een circulaire economie?

Dan kan je vanaf dit najaar bij Syntra een cursus “coach circulaire economie” volgen. Meer info vind je hier.

Ben je van Limburg? Dan zitten we dit jaar samen in de klas. 😉